Karakter
De Finse Lappenhond heeft een vriendelijke uitstraling. Is zeer verdraagzaam t.o.v. kinderen, schrander, speels, leergierig, moedig, trouw en aanhankelijk aan het gezin. Ietwat eigenzinnig, zoals de meeste Arctische rassen, maar ook gevoelig. De teef is meestal wat “deemoediger” dan de reu. Tolerant tegenover soortgenoten en zal niet gauw een confrontatie aan gaan. Ze kunnen prima overweg met andere huisdieren en passen zich ook gemakkelijk aan aan verschillende omstandigheden. Ze blaffen als ze opgewonden raken door spel, als ze iets interessants ontdekken of om te waarschuwen. Er is sprake van een latent jachtinstinct. Een instinct niet zozeer om prooi te vangen, maar te traceren, hoewel ze muizen als lekkere snack zien.
De Finse Lappenhond behoeft een zachte (belonen, prijzen) doch consequente opvoeding. Het is van nature een hond, die zijn omgeving in de ruimste zin van het woord wil ontdekken. Hun nieuwsgierigheid om prikkels die ze horen, zien en vooral ruiken (zeker in een nieuwe omgeving) te onderzoeken kan ertoe leiden dat de hond zelfstandig op pad gaat. De Finse Lappenhond is echter ook een hond die graag de aandacht van mensen krijgt en bij hun in de buurt wil zijn, waardoor ze bereid zijn zich te schikken in grenzen die worden gesteld. De kunst van het opvoeden van een Finse Lappenhond is de balans vinden tussen het de ruimte geven aan en het op tijd bijsturen van deze van nature sterk ontwikkelde nieuwsgierigheid. Ze leren snel en omdat ze graag willen samenwerken zijn ze makkelijk te trainen, zij het dat afwisseling nodig is anders zorgen ze zelf voor de gewenste variatie.
Bij het hoeden van de rendierkudde werkte de Finse Lappenhond op flinke afstand van zijn baas. Hij moest daarom zelf zijn taak “zien” en uitvoeren zonder daartoe een commando te krijgen. De Finse Lappenhond is daardoor zelfstandig, intelligent en een beetje eigenwijs.